“Ajax Zal Altijd Familie Zijn” – Ten Hag Doet Openhartig Over Emotionele Terugkeer in de Johan Cruijff Arena
Toen Erik ten Hag opnieuw een stap zette in de Johan Cruijff Arena, de plek die hij ooit zijn thuis noemde, was het gevoel onmiskenbaar emotioneel. De manager van Manchester United is inmiddels stevig verankerd in de Premier League, wekelijks onder het felle vergrootglas van het Engelse voetbal, maar voor hem blijft Ajax veel meer dan slechts een voormalige werkgever. Het is de club waar zijn trainersfilosofie vorm kreeg, waar zijn reputatie als een van de meest veelbelovende coaches van Europa werd gesmeed, en waar hij een periode van voetbal leidde die herinneringen opriep aan de grootste Ajax-tijden. Voor Ten Hag is terugkeren naar Amsterdam niet zomaar een bezoek aan een ex-club – het is, in zijn woorden, een hereniging met “familie.”
Ajax vergeet zijn mensen nooit. Al decennialang is de identiteit van de club niet alleen geworteld in de ontwikkeling van spelers, maar ook in het opleiden van coaches en leiders die de filosofie van Johan Cruijff in nieuwe generaties voortzetten. Ten Hags reis is in dat weefsel verankerd. Van 2017 tot 2022 stond hij aan het roer tijdens een gouden periode in Amsterdam, waarin hij jeugdige onbevangenheid combineerde met tactische precisie en een ploeg creëerde die Europa betoverde en de voetbalwereld herinnerde aan de blijvende relevantie van Ajax. In de dagen voorafgaand aan zijn laatste terugkeer naar de Johan Cruijff Arena klonk zijn stem zowel nostalgisch als trots: “Ajax zal altijd familie zijn. Ik ben onderdeel van de geschiedenis, en de club zal altijd onderdeel van mij zijn.”
De herinneringen komen snel boven. Ten Hag is onlosmakelijk verbonden met Ajax’ legendarische Champions League-campagne van 2018–19, waarin zijn ploeg Real Madrid in het Estadio Santiago Bernabéu met 1–4 wegspeelde en daarna Juventus in Turijn uitschakelde. Even leek het alsof Ajax bestemd was voor de finale, tot Lucas Moura in blessuretijd met zijn hattrick de Nederlandse droom aan diggelen schoot. Toch schreef dat avontuur Ten Hags Ajax voorgoed in de folklore bij. Met een selectie die draaide om talenten uit de eigen jeugdopleiding zoals Matthijs de Ligt, Frenkie de Jong en Donny van de Beek, aangevuld met slimme aankopen zoals Dušan Tadić en Hakim Ziyech, veroverde Ajax de harten van voetballiefhebbers overal ter wereld.
Voor Ten Hag ging het die avonden om meer dan alleen resultaten. Het waren bewijzen dat een heldere filosofie, tactische discipline en onbevreesde jonge spelers ook konden concurreren met de financiële grootmachten van Europa. “Dat team zal altijd speciaal voor mij blijven,” gaf hij toe. “Het liet zien dat je met de juiste spirit, met moed en met saamhorigheid iets buitengewoons kunt bereiken. Dat is waar Ajax voor staat – het zit in hun DNA.”
De Johan Cruijff Arena zelf draagt voor hem meerdere lagen betekenis. Het is niet zomaar een stadion, maar een symbool van de Ajax-gedachte: aanvallend voetbal, geloof in de jeugd en respect voor de historie. Terwijl hij door de gangen liep, dacht Ten Hag aan de talloze uren op het trainingsveld, de tactische besprekingen die tot laat in de avond doorgingen en het gebrul van supporters die niet alleen resultaten, maar ook vermaak eisten. Nog altijd spreekt hij met ontzag over de band tussen supporters en spelers in zijn tijd. “Wanneer de Arena leeft, zijn er weinig plaatsen in de wereld die daarmee te vergelijken zijn. De fans verwachten stijl, ze verwachten lef, en als je dat levert, is de band onbreekbaar.”
Ook nu, als manager van United, voelt Ten Hag zich nauw verbonden met Ajax. Hij volgt de club op de voet, onderhoudt contact met oud-collega’s en verbergt zijn bewondering voor de Amsterdammers nooit. Die affectie is niet louter sentimenteel; het weerspiegelt het diepe besef dat Ajax hem gevormd heeft op een manier die geen andere club had kunnen doen. Voor Ajax werkte hij gestaag aan zijn carrière bij Go Ahead Eagles, Bayern München II en FC Utrecht, maar in Amsterdam trad hij pas echt in de Europese spotlights. De vijf jaar bij Ajax veranderden hem van een gerespecteerde coach in een wereldnaam, een tacticus die door de grootste clubs werd begeerd.
Zijn vertrek in 2022 naar Manchester United was, in zijn eigen woorden, “een logische volgende stap,” maar nooit bedoeld als een breuk met Ajax. Het ging om zichzelf testen in een van de moeilijkste arena’s van het voetbal. Toch blijft de aantrekkingskracht van de Johan Cruijff Arena groot. “Het voelt als thuiskomen,” zei hij bij zijn meest recente terugkeer. “Dat gevoel raak je nooit kwijt. Ajax is meer dan een club – het is een cultuur, een filosofie, een manier van denken. Ik draag dat elke dag met me mee.”
Die filosofie leidt hem ook op Old Trafford, hoe zwaar de druk daar soms ook is. Zijn nadruk op discipline, gestructureerd pressen en het opleiden van jonge spelers herinnert onmiskenbaar aan zijn Ajax-dagen. Hoewel de omgevingen van Manchester en Amsterdam sterk verschillen, heeft Ten Hag zelf erkend dat zijn aanpak een voortzetting is van wat hij in Nederland opbouwde. “Wat ik bij Ajax heb geleerd, is dat voetbal draait om balans – tussen aanval en verdediging, tussen jeugd en ervaring, tussen vrijheid en structuur. Die balans probeer ik overal te creëren.”
De bewondering is wederzijds. Fans in Amsterdam zingen zijn naam nog steeds en herinneren zich hoe hij de club weer trots gaf in een periode waarin het Nederlandse voetbal naar erkenning snakte. Zijn erfenis in de Johan Cruijff Arena staat vast: drie landstitels, twee KNVB-bekers en een halve finale in de Champions League. Maar meer dan de prijzen is het de manier waarop zijn teams speelden die een blijvende indruk heeft achtergelaten. Zijn Ajax won niet alleen; ze wonnen mooi, in de geest van Cruijff.
Terugkeren naar Amsterdam is voor Ten Hag dan ook nooit louter ceremonieel – het is diep persoonlijk. Hij spreekt openlijk over de vriendschappen die hij met spelers en staf opbouwde, over de banden die verder reikten dan het veld. “Ajax draait niet alleen om voetbal, het draait om mensen,” zei hij. “De mensen daar beleven het spel op een heel pure manier. Ze willen zien dat jonge spelers groeien, ze willen voetbal zien dat op de juiste manier wordt gespeeld, en ze eisen dat iedereen, van de jeugd tot het eerste elftal, die visie deelt. Dat vergeet je niet.”
Natuurlijk is de tijd niet stil blijven staan. Ajax heeft sinds zijn vertrek turbulentie gekend, met wisselingen van trainers en moeite om zowel nationaal als internationaal hetzelfde niveau vast te houden. De club moest zich heruitvinden, maar telkens wanneer Ten Hag terugkeert, wordt zichtbaar wat er verloren ging toen hij vertrok. Zijn aanwezigheid herinnert aan het Ajax dat alles in balans had – jeugdopleiding, slimme aankopen en tactische vernieuwing.
Voor Ten Hag zelf is de ontvangst altijd warm. Fans omarmen hem als een van hen, niet zomaar een trainer die voorbij trok, maar als een figuur voor altijd verbonden met de clubidentiteit. “Ik ben onderdeel van de geschiedenis van Ajax,” zei hij met stille trots. “Dat betekent veel voor mij. Ik weet wat we samen hebben bereikt, en ik weet welke band we hebben gecreëerd. Die kan nooit worden verbroken.”
De symboliek van zijn woorden reikt verder dan Amsterdam. In een voetbalwereld die steeds zakelijker wordt, met spelers en coaches die snel wisselen van club, loyaliteit die wordt betwijfeld en identiteiten die vervagen, biedt Ten Hags band met Ajax een ander verhaal: het bewijs dat ware banden in het voetbal kunnen blijven bestaan, zelfs na een vertrek. Zijn verhaal met Ajax is niet beëindigd – het staat op pauze, levend in de herinneringen van wie het meemaakte.
Voor nu ligt zijn focus op de immense taak om Manchester United terug te brengen naar de hoogten die de fans verlangen. Maar telkens wanneer hij de Johan Cruijff Arena binnenstapt, herinnert hij zich waar het allemaal begon. Het gejuich, de spandoeken, de gezangen – ze brengen hem terug naar die onvergetelijke avonden van triomf en teleurstelling, van jonge talenten die uitgroeiden tot sterren, van een club die opnieuw durfde te dromen in Europa.
“Ajax zal altijd familie zijn,” herhaalde hij, de woorden vol emotie en overtuiging. “Waar ik ook ga, welke uitdagingen ik ook tegenkom, Ajax zit in mijn hart. Dat zal nooit veranderen.”
In dat sentiment ligt de essentie van Erik ten Hags reis. Clubs zullen komen en gaan, prijzen worden gewonnen of verloren, maar familie blijft. Voor Ten Hag is Ajax niet simpelweg een hoofdstuk in zijn loopbaan – het is zijn fundament, zijn identiteit en zijn eeuwige thuis in het voetbal.